- 140 gram boter zacht
- 140 gram fijne kristalsuiker
- 140 gram amandelen gemalen
- 140 gram zelfrijzend bakmeel
- 1 ei
- 2 theelepel kaneelpoeder
- 2 theelepel vanille-essence
- 255 gram verse bramen
- poedersuiker voor het bestuiven
- Verwarm de oven voor op 180 °C. Bekleed een ronde bakvorm van ca. 23 cm met bakpapier. Klop de boter, de suiker, de amandelen, de bloem, het ei, de helft van de kaneel en de vanille-essence in een kom door elkaar.
- Schep de helft van het mengsel in de vorm en strijk het met een vork enigszins vlak. Strooi de bramen erover en verdeel de rest van het beslag erover. Alle bramen moeten bedekt zijn. Zet de vorm op een bakplaat en bak de taart 1 uur, tot hij goudbruin en veerkrachtig is. Laat hem in de vorm afkoelen. Leg de taart op een rooster en strooi de kaneel en de poedersuiker erover.
Buon appetito!!