
Florijn
De herkomst van de gulden ligt niet in Nederland maar in Florence. In 1252 wordt in Florence een gouden munt geslagen - de fiorino - met op de keerzijde de lelie (flore) uit het stadswapen. In de 14e eeuw wordt deze 'gulden florenus' ook uitgegeven in andere Europese landen. Allemaal onder de naam fiorino. Onze oude gulden (FL) werd voor het eerst geslagen in 1256 in Florence en kreeg de naam florijn. Eerst was de munt van goud (vandaar gulden), later van zilver.
De bank
Het bankwezen floreerde in de vroege renaissance (1400 to 1479) en begon in Italië met geldleners die hun zaken op bankjes deden. Vandaar het woord bank. Ze werden rijk van de rente die ze voor hun diensten in rekening brachten. Steden als Florence, Venetië, Siena en Genua profiteerden hier van. Een groot aantal goudsmeden uit de regionen van Lombardia vestigden zich in Londen waar ze bekend staan als "Lombards". Het financiële centrum in Londen is nu nog steeds gevestigd in Lombard Street.
Banco Giro
De eerste bankiers waren goudsmeden. Omdat ze zelf kluizen hadden om hun edelmetalen op te bergen, brachten anderen geleidelijk aan hun geld in bewaring. Handelsreizigers deponeerden hun geld bij de goudsmid en in ruil daarvoor kregen ze een brief waarin het geleende bedrag genoemd werd. Deze brief konden ze bij een collega-goudsmid in een andere stad inruilen voor geld. Zo hoefden ze niet met een zak geld te reizen. Dit systeem verspreidde zich over Europa als giraal geldverkeer. Giro betekent letterlijk 'rondgaan' of 'in omloop zijn'.
Niet iedereen mocht zomaar bankier worden. In 1270 werd in Venetië een minimum van 3000 lire vereist voordat iemand zich bankier mocht noemen. In 1318 werd dat 5000 lire. Een bankier die niet genoeg liquiditeit had moest verplicht op water en brood leven tot zijn klanten hun geld hadden. In 1321 werden ze nog wat strenger. Falende bankiers werden onthoofd en hun bezittingen werden verkocht. In Venetië werd in 1587 de eerste bank Banco di Rialto zoals we die nu kennen opgericht. De Banco Giro wordt in dezelfde stad gevestigd in 1619. De banken gingen in 1637 verder samen onder de naam Banco Giro totdat Napoleon er in 1806 een eind aan maakte.
Boekhouding
In 1494 publiceert de wiskundige pater Luca Pacioli de Arithmetica, Geometrica, Proportioni et Proportionalita. Één deel van het boek maakte de pater beroemd; Particularis de Computis et Scripturis, een verhandeling over boekhouden. Pacioli was de eerste die de dubbele invoer boekhouding beschreef, ook wel bekend als de Venetiaanse methode. Wij gebruiken nog steeds hetzelfde systeem van debet en credit waarbij je bij elke invoer 2 boeken invult waardoor er een balans ontstaat. Pacioli stond meteen te boek als de vader van de boekhouding.
Manzoni's Quaderno
Een van de vele vertalingen van Pacioli's werk is Domenico Manzoni's 'Quaderno doppio col suo giornale' uit 1540. De Quaderno is een volledig uitgewerkt voorbeeld van de dubbele invoer-boekhouding. Manzoni gebruikt als voorbeeld één jaar in het leven van een Venetiaanse zakenman, ene Alvise Vallaresso. Hij begint met een complete inventarisatie van zijn bezittingen en beschrijft per dag elke lira, soldo, grosso en piccolo aan uitgaven en inkomsten in zijn zaak én huishouden. Zakelijk en privé werd namelijk niet gescheiden. Uitgaven voor Alvise's huishouding staan beschreven in het boek Spese di viver di casa, spese di vestir di casa - Huishoudgeld en kleding uitgaven.
Monete
Zakenlieden in Venetië gebruikten een systeem van lire, soldi, grossi en piccoli . In 1 grosso zaten 32 piccoli, 12 grossi was 1 soldo, 20 soldi was 1 lira. Een lira was gelijk aan €1000,-. Een andere rekeneenheid was de ducato, gelijk aan 2 soldi of 24 grossi. De lire blijft tot 2002 de nationale rekeneenheid.
Euro
Gelukkig voor ons vakantiegangers heeft Italië nu de euro (spreek uit als ewro). Overal te pas en te pin. Terwijl op elk van onze munten koningin Beatrix prijkt, heeft Italië op elke munt een ander nationaal symbool:

1 Cent: Castel del Monte (jachtslot in Apulië, door Keizer Frederik in de 13e eeuw ontworpen)

2 Cent: Toren van de Turijnse Mole Antonelliana

5 Cent: Het Colosseum in Rome

10 Cent: De geboorte van Venus naar het schilderij van Botticelli

20 Cent: Modern kunststuk "het symbool" door Boccioni

50 Cent: Standbeeld van de Romeinse keizer Marcus Aurelius te paard

1 Euro: De mens van Vitruvius naar een tekening van Leonardo da Vinci

2 Euro: Portret van de Italiaanse schrijver en dichter Dante